AP publiceert beslissing op bezwaar.

Beveiligingscamera’s zijn toegestaan

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft recentelijk een beslissing op bezwaar op haar website gepubliceerd over de inzet van beveiligingscamera’s.

Korte weergave feiten

Om de veiligheid te garanderen, zijn er twee veiligheidscamera’s geplaatst op het bedrijfspand van ‘verantwoordelijke’. Deze camera’s zijn deels gericht op de openbare weg. Met deze camera’s worden de belanghebbenden die het bezwaar hebben ingesteld meerdere malen gefilmd. , aangezien zij woonachtig zijn naast het bedrijfspand. Volgens de belanghebbenden is de inzet van de camera’s niet noodzakelijk voor de beveiliging van het bedrijfspand. Tegen het gebruik van cameratoezicht hebben de belanghebbenden een verzoek tot handhaving ingediend. Dit verzoek is door de AP afgewezen. De belanghebbenden hebben vervolgens bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing.

Motivering belanghebbenden

De belanghebbenden voeren aan dat de AP onvoldoende heeft gemotiveerd waarom er een gerechtvaardigd belang bestaat voor de inzet van de beveiligingscamera’s. Tevens wordt aangevoerd dat de inzet van de camera’s een onevenredige inbreuk maakt op de privacy van de belanghebbenden en dat de inbreuk niet in verhouding staat met het beoogde doel van het cameragebruik.

Toets AP

In de onderhavige zaak komt de AP tot de conclusie dat het beschermen van personen en eigendommen door middel van cameragebruik een gerechtvaardigd belang dient. De verantwoordelijke heeft voldoende waarborgen getroffen om de ongewenste gevolgen zoveel mogelijk te beperken. Ook is het voor het publiek vanaf de openbare weg duidelijk dat er cameratoezicht is en kan uit de context worden begrepen wat het doel daarvan is. Zodoende concludeert de AP dat de AVG niet is overtreden en dat het primaire besluit gehandhaafd blijft. De AP verklaart daarom het bezwaar ongegrond.

Conclusie

De inzet van cameratoezicht is toegestaan indien sprake is van een gerechtvaardigd belang van de verantwoordelijke dat niet op een andere of minder ingrijpende wijze kan worden behartigd. Daarbij dient het belang van de verantwoordelijke en het belang van de belanghebbenden tegen elkaar te worden afgewogen. De verantwoordelijke moet zich inspannen om de gevolgen voor belanghebbenden zoveel mogelijk te beperken. Het moet voor belanghebbenden (in dit geval omwonenden) duidelijk zijn dát er cameratoezicht is (door bijvoorbeeld stickers) en welk doel daarmee wordt beoogd.

Het juridische kader waarmee kan worden getoetst of sprake is van een gerechtvaardigd belang, wordt besproken in het artikel ‘Wanneer mag u gebruik maken van cameratoezicht?’.

Meer informatie?

Download dan hier onze brochure of bel: 030 – 78 52 791.

Keshia Echter

mr. K.S. (Keshia) Echter

privacy specialist en Functionaris Gegevensbescherming bij (o.a.) Zaamzorg Amsterdam, PRO Groep, Kindercentrum Panta Rhei, stichting Nieuw Unicum en Equipe Zorgbedrijven.

AVG Juristen, praktisch met privacy

Dit artikel is een hulp. Het bericht wordt met aandacht samengesteld, maar aan de informatie kan geen enkel recht worden ontleend.

Krijg een persoonlijk consult.

Bel ons vandaag nog 030 – 785 27 91